Rond 1940 was de installatie van een aircosysteem in auto’s een luxe en was bedoeld voor de hete zomers in de USA. Tegenwoordig zit in bijna iedere auto een AC systeem. Dit is niet alleen bedoeld om het interieur van de auto af te koelen.
In het najaar en de wintermaanden, wanneer het weer koud en vochtig wordt, kunnen de ramen van de auto beslaan. Met een goed werkend AC systeem is dit in een mum van tijd verdwenen en is het zicht weer 100%. Daarom wordt AC niet alleen gezien als een luxe maar verhoogt het tevens de veiligheid.
Een groot misverstand is dat men denkt dat de auto een stuk minder zuinig omspringt met brandstof als het AC systeem is ingeschakeld. Dit is niet helemaal waar. Het systeem in werking haalt inderdaad enkele PK’s weg van het motorvermogen maar bijvoorbeeld ook een open raam werkt negatief op het verbruik. Dus hier zijn de verschillen minimaal. In wintertijd is een goed en veilig zicht met heldere ramen meer waard dan een klein verlies in verbruik. Veiligheid boven alles! Bij de nieuwere AC systemen wordt gebruik gemaakt van een compressor (variabel) die niet constant werkt maar alleen als het nodig is. Daardoor is het verlies in verbruik minimaal.
Het niet gebruiken van het AC systeem veroorzaakt extra slijtage en kan zelfs leiden tot schade aan het systeem. Als de AC niet is ingeschakeld is er geen verdeling van de olie in het systeem. Deze olie zorgt voor de smering van de diverse onderdelen.
Koudemiddel R134A is een erg ‘vluchtig’middel. Daardoor is iedere kleine lekkage voldoende om het koudemiddel te laten ontsnappen. Als dit gebeurt en het systeem wordt weer gebruikt in het voorjaar kan na korte tijd bijvoorbeeld de compressor defect raken.
Daarom moet het AC systeem het hele jaar door gebruikt worden en 1x per jaar een controle. Hierdoor is de bestuurder verzekerd van een perfekte werking van het AC systeem met de juiste hoeveelheid koudemiddel en onder de juiste druk.