De werkplaatspraktijk leert dat sommige turbomodellen meer aandacht vragen dan andere. Soms door constructiefouten van de turbo zelf, maar vaker nog door montagefouten bij plaatsing van een nieuw of gereviseerd exemplaar. Een goed voorbeeld is de turbo van de Renault 1.9 DCi.
Uit garantie-onderzoek naar defecte turbo’s blijkt dat de turbo’s van de Renault 1.9 DCi-motoren bij vervanging specifieke aandacht nodig hebben om herhaling van turboschade te voorkomen. Wat is er aan de hand? Uit het onderzoek komt naar voren dat in veel garantiegevallen de pakkingen van deze turbo niet goed gemonteerd zijn. Hierdoor wordt de turbo niet op de juiste manier aangedreven. Verder blijkt dat er soms gebruik gemaakt wordt van uitlaatcement om snel even iets af te dichten. Zoals in de montage-instructie omschreven staat, is dit niet aan te raden. Hierdoor kunnen er resten in het systeem komen en welke verstoppingen veroorzaken.
Montagetips
Bij Renaults 1.9 DCi-motoren is het van groot belang dat de volgende werkmethode wordt opgevolgd:
Pakking turbine inlaat moet goed gemonteerd worden. Let op gat pakking en inlaat gat turbine inlaat.)
- Controleer de oliepomp. Een defect in de oliepomp kan te hoge oliedruk veroorzaken, wat kan leiden tot olielekkage uit de turbo.
- Controleer de aansluiting van olieaanvoerleiding in blok op verstoppingen, om een gebrek aan oliesmering voor de turbo te voorkomen
- Controleer en vervan de EGR klep op voertuigen van voor juni 2003 om drukverlies van de turbo te voorkomen
- Vul zorgvuldig de olie bij. Let op dat er geen olie in de carterventiklatie loopt, anders zal de turbo een overmatige fluittoon kunnen veroorzaken.
- Vervang de luchtinlaat leiding op het type Renault Laguna II (model van voorr juni 2002) om mogelijke turboschade te voorkomen.
Turbostoring; probleem van de turbo of niet?
In het geval van een turbostoring wordt vaak direct de turbo zelf als boosdoener aangewezen. Dat is niet altijd terecht. Het is verstandig om naast de turbo ook de directe omgeving van de turbo te onderzoeken op defecten. Prestatieverlies, te weinig vermogen, zwarte rook of het in werking treden van de noodloop is niet alleen te wijten aan een defecte turbolader. Andere mogelijke oorzaken zijn bijvoorbeeld een defecte drukomvormer, een vacuu?mpomp die te weinig druk levert of lekkages in het onderdruksysteem. Het is daarom raadzaam eerst de omgeving van de turbo aan een strenge inspectie te onderwerpen, voordat met demontage van de turbo wordt gestart.
Goede smering essentieel
De meest voorkomende oorzaak van defecte turbo’s zijn smeringsproblemen. Het probleem is terug te voeren op te lang uitgestelde olieverversingsintervallen. Aan het einde van de service-interval zijn de detergenten en dispergenten in de olie opgebruikt en neemt de vervuiling toe. Belangrijke delen zoals aanvoerlijnen, filters en zeefjes, raken verstopt. De turbo krijgt hierdoor geen olie meer en loopt vast. Met een simpele oliewissel en montage van een nieuwe turbo is het probleem niet opgelost. Het is verstandiger om voor montage van de nieuwe turbo een behandeling met een motorreinigingsmiddel te doen. Vastzittend vuil wordt dan losgeweekt en resterende zwevende deeltjes verdwijnen tijdens het verversen van de olie.