Let op het juiste aanhaalmoment bij loop- en spanrollen!

Dat het juiste aanhaalmoment belangrijk is bij de montage van loop- en spanrollen hoeven we natuurlijk niet uit te leggen. Maar wat kunnen nu de gevolgen zijn van een verkeerd aanhaalmoment en hoe groot zijn die gevolgen dan?

Te laag aanhaalmoment

Draaiende motoren trillen. Wanneer je het juiste aanhaalmoment bij het aandraaien gebruikt, weet je zeker dat de schokken van de bouten en de belasting van de riem door de motor opgevangen worden. Bij een te laag aanhaalmoment komen die krachten op het tapeinde van de bout of de bout zelf terecht, waardoor deze kunnen breken of loskomen. Hierdoor komt de spanrol van zijn plaats, wat voor een verkeerde riemspanning zorgt en in schade aan de riem en/of motor resulteert.

De riemschijf aan de linkerkant is met onvoldoende moment (3a) op het motorblok (1) gemonteerd, waardoor de klembelasting (4a)tussen de bevestiging van de schijf en het motorblok laag is. De belasting van de riem (2) wordt direct overgedragen op de pen van de bout (5a), waardoor de bout kan breken (6a). De riemschijf aan de rechterkant is met het juiste moment (3b) op het motorblok (1) gemonteerd, waardoor de juiste klembelasting wordt toegepast (4b). De belasting van de riem (2) wordt naar het motorblok overgedragen en komt niet alleen op de pen van de bout terecht (5b); waardoor de bout niet breekt (6b).

Te hoog aanhaalmoment

Ook een te hoog aanhaalmoment is niet goed. Het lager of het nylon of plastic in spanrollen en schijven van meelooprollen kan hierdoor beschadigd raken. Daarnaast is er een grote kans dat het schroefdraad van de bout of moer wordt aangetast. Wanneer de schroefdraad van een aluminium motorblok beschadigd, wordt nooit meer de juiste klembelasting toegepast.

Speling

Hoeveel speling mag er op de aangedraaide onderdelen zijn? Met een speciale momentsleutel gaat het goed. Houdt er wel rekening mee dat niet alle M8- of M10-bouten moeten met hetzelfde moment worden vastgedraaid. Raadpleeg te allen tijde de montage instructies van de fabrikant.

Hoekverdraaiing

Veel handleidingen raden tegenwoordig aan om een hoekverdraaiing te gebruiken, naast een momentwaarde, bijvoorbeeld 20 Nm + 45°. Dit geeft een veel nauwkeuriger resultaat. Er zijn gevallen waarbij wordt geïnstrueerd om moment toe te passen, een paar seconden te wachten, weer moment toe te passen, weer even te wachten enzovoorts. De moer of bout heeft zo de tijd om zich te stabiliseren – of in andere woorden: er wordt gezorgd dat de juiste klembelasting wordt toegepast.
Let op: 45 Nm + 45° + 45° is niet hetzelfde als 45 Nm + 90°. De bout stabiliseert zich tussen de twee slagen van 45°.

Advies bij het gebruik van borgmiddel

Veel moeren en bouten worden met borgmiddel geborgd om te voorkomen dat ze loskomen. Kijk echter uit met het gebruik van dit borgmiddel in een blind gat: als borgmiddel op een bout wordt aangebracht, kan de schroefdraad worden afgedicht, waardoor de lucht in het blinde gat niet kan ontsnappen als je de bout vastschroeft. De samengedrukte lucht in het gat kan ervoor zorgen dat de hoeveelheid Nm die je hebt toegepast verkeerd wordt aangegeven, bijvoorbeeld 20 Nm terwijl het moment in werkelijkheid lager ligt. Daarom raden wij aan om de borgmiddel onder in het blinde gat aan brengen en niet op de bout zelf en te controleren of de bout goed contact maakt met het borgmiddel.