Regelmatig is er slijtage of een beschadiging te zien in de bevestiging van een volledig onafhankelijke wielophanging. De regelgeving maakt een onderscheid tussen bevestigingspunten en overige draaipunten, maar het verschil is niet altijd duidelijk. Hoe zit het eigenlijk? En wat zijn de keuringseisen?
Veel keurmeesters stellen deze vragen. Want voor overige draaipunten en bevestigingspunten gelden inderdaad verschillende eisen. Bij sommige constructies is het lastig te zien wat een draaipunt of een bevestigingspunt is. De draaipunten mogen niet meer dan 1 millimeter slijtagespeling hebben en geen contactplekken vertonen door zijdelingse verplaatsing. De basis hiervoor is beschreven in keuringseis 5.*.19 lid 3. De volledige tekst van deze eis staat in artikel 48 van de Aanvullende permanente eisen. Bevestigingspunten beoordeelt u met artikel 5.*.18 lid 1: ‘De assen moeten deugdelijk aan het voertuig zijn bevestigd.’
 |
Constructie 1: Bij deze traditionele constructie is goed te zien wat het draaipunt (a) en een bevestigingspunt (b) is. | |
 |
Constructie 2 en 3: Bij deze twee modernere constructies hebben de punten a en b in principe dezelfde functie als in de constructie 1. U beoordeelt deze dan ook op dezelfde manier: a is een draaipunt en hiervoor geldt artikel 48. b is een bevestigingspunt en moet dus deugdelijk aan het voertuig bevestigd zijn. | |
 |
Constructie 4: Bij sommige constructies van een volledig onafhankelijke wielophanging is niet duidelijk of het een draaipunt of een bevestigingspunt is. In dat geval gelden beide als overig draaipunt en is artikel 48 van toepassing. |
Bron: APK Keurmeester nummer 69, juni 2015