De remslang is het onderdeel van het remsysteem dat het meest gevoelig is voor binnendringend water. Remvloeistof verontreinigd met water kan ‘dampbellen’ ontwikkelen, wat remfalen kan veroorzaken.
Mijngrossier.nl adviseert om slangen om de 50.000 km of ten laatste na 5 jaar te vervangen. Dit omdat het rubber waarvan deze slangen zijn gemaakt vergaat en een beperkte levensduur heeft. Na verloop van tijd neemt de sterkte van het slangmateriaal af, hetgeen kan leiden tot volumetrische expansie – met andere woorden een bolling in de remslang, die het remgedrag kan beïnvloeden.
Controleer of de geleverde slang de juiste is en lees de meegeleverde instructies voor installatie. Maak de remslang eerst los van de statische remleiding, en plaats een afsluiter op de vaste remleiding om te vermijden dat er overtollige vloeistof lekt. Verwijder vervolgens de slang van de remtang.
Plaats het uiteinde van de nieuwe remslang eerst in de remtang. Niet te strak aandraaien. Breng eventuele montageklemmen aan en maak de aansluiting met de vaste remleiding. Draai ook deze niet te strak aan. Maak de omgeving van alle aansluitingen schoon om te garanderen dat er geen remvloeistof achterblijft, want deze is uiterst corrosief. Alle remslangen bezitten een markeringslijn over de hele lengte van de slang. Het is van cruciaal belang dat deze markering niet verdraaid lijkt, hetgeen erop zou duiden dat de slang onder spanning staat en niet goed is aangebracht.
Ontlucht het remsysteem vervolgens conform de instructies van de voertuigfabrikant. Doe na het ontluchten de dop weer op het reservoir.