Remdelenfabrikant Brembo is niet alleen kind aan huis bij autofabrikanten, maar is ook belangrijk leverancier van de eredivisie van de autosport. Zo is Le Mans 2016-winnaar Porsche voorzien van aluminium/lithium-remklauwen van Brembo.
Autosportliefhebbers hebben ongetwijfeld de bizarre slotfase tijdens de 24 uur van Le Mans 2016 gezien, toen Porsche er vandoor ging met de overwinning. Een spectaculair duel dat gedurende de gehele race werd gestreden, leek in het voordeel van Toyota uit te vallen. Met nog vijf minuten op de klok kwam er echter een kink in de kabel: de leidende #5 (Sebastien Buemi, Kazuki Nakajima en Anthony Davidson) viel stil, waardoor Neel Jani (met teammaats Marc Lieb en Romain Dumas) met de #2 Porsche de koppositie in overnam. Hierdoor wonnen de mannen uit Zuffenhausen voor de achttiende keer de 24 uur van Le Mans.
Verschillen en overeenkomsten
Al vele jaren behoren de Formule 1 en de 24 uur van Le Mans tot de absolute top van autosport. Het is technisch gezien interessant om de verschillen en overeenkomsten op remmengebied van een LMP1-auto en een Formule 1-auto naast elkaar te leggen. Beide racecompetities zijn immers wegbereiders van technische ontwikkelingen die uiteindelijk in straatversies terecht komen. Wil je ‘monsters’ zoals een LMP1-auto en of Formule 1-auto vertragen, dan is het vanzelfsprekend dat je een uitermate krachtig en betrouwbaar remsysteem nodig hebt. In de Formule 1 zijn intense remvertragingen van 5g geen uitzondering: op het circuit van Monza is 5,8g zelfs normaal. Tijdens de 24 uur van Le Mans wordt een remintensiteit van 3,5g niet overschreden. Dit verschil wordt veroorzaakt door het verschil in massa van beide autotypen. Een Formule 1-singleseater heeft een minimumgewicht van 702 kg met de bestuurder aan boord, terwijl een LMP1-auto op Le Mans rijdt met een minimumgewicht van 875 kg (855 kg voor niet-hybride LMP1-auto’s). Verder duurt een F1-race niet langer dan twee uur, terwijl de auto’s tijdens de 24 uur van Le Mans in principe een hele dag racen. Tijdens bijvoorbeeld de GP van België in Spa remt een Formule 1-auto zo’n 350 maal, terwijl een LMP1-auto in Le Mans tot 4.000 maal zijn remsysteem ‘pijnigt’.
In de constructietekening hieronder staan de verschillende remschijven van Brembo van beide racecompetities.
De verschillen tussen beide schijfontwerpen zijn duidelijk, behalve dan dat beide van koolstof zijn vervaardigd.
Formule1 | 24 uur van Le Mans | |
Schijfdikte | 28 mm | 30-32 mm |
Diameter remschijven voor | 278 mm | 320-370 mm |
Diameter remschijven achter | 278 mm | 320-350 mm |
Aantal ventilatiegaten | > 1000 | 36-430 |
Temperatuur | 350-1000°C | 350-800°C |
Slijtage | < 1 mm | 3-4 mm |
Ventilatie en slijtage
Het feit dat Le Mans-auto’s dikkere remschijven hebben, is te verklaren door de noodzaak om een 24 uurs-race met dezelfde set af te ronden. Het verschil in schijfdiameter is gekoppeld aan de omvang van de wielen: in F1 zijn momenteel 13 inch wielen toegelaten, terwijl tijdens de 24 uur van Le Mans 18 inch wielen ingezet worden. De koeling van de remschijven en daaraan gekoppeld het aantal ventilatiegaten verschilt duidelijk tussen beide remschijftypen. Gedurende de 24 uur van Le Mans worden de teams geconfronteerd met een geheel ander probleem dan de technici in de F1-pits: in plaats van het koelen van de systemen, moet men voorkomen dat de temperatuur te ver daalt, met name ‘s nachts of tijdens de neutralisatiefasen. Net als in de Formule 1 gebruiken de LMP1-auto’s tijdens de 24 uur van Le Mans carbonremblokken van Brembo. Uiteraard zijn ze iets dikker om te garanderen dat ze 24 uur volledig operationeel zijn. De slijtage van remblokken en schijven in de Formule 1 bedraagt minder dan 1 millimeter, terwijl de auto’s op Le Mans zo’n 3-4 mm per schijf en 8-10 mm per blok ‘consumeren’.
Benieuwd op welk circuit de remmen de hardste klappen krijgen? Klik hier.