APK is de levenslijn voor veel autobedrijven. In de APK-regelgeving is de laatste jaren veel veranderd en kijkend naar de Europese APK-harmonisatie staat er de komende jaren nogal wat op stapel. Op de valreep naar het nieuwe jaar een korte terugblik op de APK-2014.
Voor veel autobedrijven vormt de APK-keuring zowel het brood als beleg van de onderneming. Hoeveel APK’s doen we eigenlijk in Nederland? Tot en met november van dit jaar zijn er 6,06 miljoen APK’s (personenauto’s en bestelauto’s tot 3,5 ton) uitgevoerd. Dit betekent een plusje van 3,4 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, toen de teller op 5,85 miljoen APK’s stond. Uit onderzoek van VWE blijkt dat met name de merkdealers hun marktaandeel APK met enkele procenten zagen stijgen. Waarschijnlijk zijn de vele APK-acties hier debet aan. Wellicht een aandachtspuntje voor het universele autobedrijf in 2015?
APK-Richtlijn
Sinds mei 2014 is de nieuwe APK-Richtlijn 2014/45/EU van kracht. Een heel pakket maatregelen, waarbij een aantal bepalingen opvallen. Zoals de keuringsplicht voor tractoren met een constructiesnelheid van meer dan 40 km per uur en die voornamelijk op de openbare weg gebruikt worden. Of de uitbreiding van voertuigen die uitgezonderd mogen worden van een periodieke keuring, zoals wedstrijdvoertuigen, voertuigen gebruikt voor het handhaven van de openbare orde (bijvoorbeeld politie- en brandweervoertuigen) en voertuigen met CD- of CDJ-kenteken. worden uitgezonderd. Verder worden gebreken die geconstateerd worden bij een periodieke keuring nu ingedeeld in drie categorieën; 1. klein gebrek; 2. groot gebrek; en 3. gevaarlijk gebrek.
Strengere maatregelen?
In verband met investeringen in de werkplaats is het belangrijk vast te stellen dat Nederlandse autobedrijven al in grote mate voldoen aan de eisen voor de apparatuur die op grond van de Richtlijn aanwezig moet zijn. Op een drietal punten is dat echter niet het geval. Apparatuur voor het meten van geluid, voor APK1 en APK2;, apparatuur voor het controleren van LPG-, CNG-, LNG-lekkage, voor APK1 en APK2; en apparatuur voor het controleren van de wielophanging (spelingsdetector) voor APK1. Een belangrijke regel van APK-richtlijn is dat Europese lidstaten de bepalingen uit de Richtlijnen dienen op te volgen, waarbij aangetekend wordt dat zij mogen besluiten strengere maatregelen in de nationale wet- en regelgeving op te nemen. Voor Nederland zal het ministerie van Infrastructuur en Milieu vaststellen in hoeverre en op welke manier deze Richtlijn uitgevoerd gaat worden. Dit in nauwe samenwerking met de branche en de RDW. Uiterlijk op 20 mei 2017 moet Nederland de bepalingen uit de Richtlijn hebben opgenomen in nationale wet- en regelgeving. Weer uiterlijk een jaar later moeten die bepalingen in praktijk worden toegepast. Voor sommige onderdelen, bijvoorbeeld voor apparatuur, geldt overigens wel een langere overgangsperiode, hier moet uiterlijk op 20 mei 2023 aan worden voldaan.
Apparatuur
Voor het correct uitvoeren van de APK is verschillende apparatuur, zoals meetapparatuur, nodig. Nu kan het natuurlijk in de praktijk voorkomen dat er essentiële apparatuur defect is. In dit geval mag er geen voertuig meer gekeurd en afgemeld worden. Dit is pas weer toegestaan wanneer de benodigde apparatuur beschikbaar is en aan alle eisen voldoet. Als het gaat om kleine of verplaatsbare apparatuur, bijvoorbeeld een uitlaatgastester, mag deze tijdelijk geleend worden. Natuurlijk op voorwaarde dat de apparatuur gecertificeerd en geregistreerd is onder het KI-nummer waar de apparatuur wordt gebruikt. Word je nu geconfronteerd met bijvoorbeeld een defecte remmentestbank, dan liggen de zaken anders. Die leen je niet zo maar eventjes. Vanaf mei 2014 is het voor zowel een APK1- als APK2-bedrijf verplicht om over een gecertificeerde, dus goed functionerende, remmentestbank te beschikken. Wanneer dit niet het geval is, mogen er dus geen keuringen uitgevoerd worden. Zorg er dus voor dat alle apparatuur in goede staat van onderhoud verkeerd.