Koppelingenfabrikant LuK gaat een reparatieoplossing voor droge dubbele koppelingssystemen presenteren: de RepSet 2CT. Dankzij deze reparatieset kan nu elk autobedrijf deze speciale koppelingssystemen repareren.
Als we naar moderne transmissiesystemen kijken, is de droge dubbele koppeling een van de belangrijkste en meest efficiënte innovaties van de laatste tijd. Sinds de introductie van dit koppelingssystemen in 2008 maken steeds meer autofabrikanten gebruik van deze innovatieve technologie. Een logisch gevolg is dat de autobedrijven steeds vaker auto’s met een dubbele koppeling op de eigen brug zien. Om deze koppelingen vakkundig, snel en efficiënt te repareren, levert koppelingenfabrikant LuK nu de passende reparatieoplossing: de RepSet® 2CT. Behalve een droge dubbele koppeling bevat elke LuK RepSet® 2CT twee gaffels, druklagers, stelringen en alle noodzakelijke bevestigingsonderdelen; kortom alle onderdelen die voor het vervangen van het complete dubbel koppelingssysteem nodig zijn.
Comfort en efficiencyvoordelen
Dat steeds meer autofabrikanten automodellen met een dubbele koppeling aanbieden, is niet zo vreemd. Montage van een droge dubbele koppeling betekent een belangrijke stap voorwaarts op het gebied van energie-efficiency en de daaraan gekoppelde vermindering van brandstofverbruik en uitstoot van emissies. De voordelen van een dubbele koppeling zijn evident. Deze koppeling combineert het comfort van een automatische transmissie met de efficiencyvoordelen van een handgeschakelde transmissie. Het werkingsprincipe van een dubbele koppeling is eenvoudig: het systeem bestaat uit twee koppelingen, die op twee (holle) prise-assen zijn geplaatst. De ene koppeling bedient de oneven versnellingen, terwijl de tweede koppeling het ontkoppelen en koppelen van de even versnellingstandwielen en de achteruitversnelling regelt. Aangezien de hydraulische ondersteuningssystemen van de klassieke automaat komen te vervallen en het rendement van de droge koppeling uitstekend is, kan met dit systeem een brandstofbesparing van meer dan 10 procent ten opzichte van de natte koppeling en tot 6 procent in vergelijking met handgeschakelde transmissies worden gerealiseerd. Daarnaast wordt de emissieuitstoot tussen 12 en 18 procent verlaagd in vergelijking tot een conventionele automatische transmissie.
Bouw en werking van het droge dubbele koppelingssysteem Het dubbele koppelingssysteem bestaat uit drie hoofdcomponenten: het tweedelig vliegwiel, de dubbele koppeling en het ontkoppelingssysteem.
De bediening komt voor rekening van de mechatronic, waarin de elektronische controller en de elektrohydraulische regeleenheid zijn samengevoegd. Deze bevindt zich bij de transmissie, die uit twee van elkaar onafhankelijke deeltransmissies bestaat. Tijdens het rijden analyseert de mechatronic onder meer de volgende gegevens:
Afhankelijk van deze gegevens berekent de mechatronic welke versnelling moet worden gekozen, waarna deze via versnellingskeuze cilinder en schakelvork wordt ingeschakeld. Om de koppelingen te openen en te sluiten worden twee stelcilinders aangestuurd, die elk een gaffel bedienen. Het systeem is zo gebouwd dat beide deelkoppelingen bij stilstaande en stationair draaiende motor geopend zijn en pas via bediening van de gaffel worden gesloten. Tijdens het rijden is er altijd een koppeling gesloten en is daardoor een deeltransmissie via wrijvingskracht verbonden. De versnelling in de andere deeltransmissie wordt voorgeselecteerd, terwijl de koppeling voor deze deeltransmissie nog geopend is. Bij een schakelmanoeuvre wordt de ene koppeling geopend, terwijl tegelijkertijd de andere koppeling wordt gesloten. De verbinding loopt nu via de tevoren ingeschakelde versnelling. Hierdoor is schakelen zonder tractieonderbreking mogelijk.
Basisprincipe
Bij de 7-traps (met dubbele koppeling) versnellingsbak is elke deeltransmissie functioneel gebouwd als een handgeschakelde transmissie. Voor elke deeltransmissie is een deelkoppeling verantwoordelijk. De beide koppelingen bevinden zich op twee in elkaar lopende ingaande assen van de transmissie. De versnellingen 1, 3, 5 en 7 worden via de koppeling K1 ingeschakeld, het koppel wordt via de volle as in de transmissie geleid. De versnellingen 2, 4, 6 en de achteruitversnelling worden via de koppeling K2 ingeschakeld, het koppel wordt via de holle as in de transmissie geleid. De centrale plaat is het essentiële onderdeel van de koppeling. Deze plaat rust via een steunlager op de holle as. Via het meeneemdeksel en de spievertanding is deze verbonden met het tweedelig vliegwiel en dus met de motor. Als een van de beide deelkoppelingen is gesloten, dan wordt het koppel via de koppelingsplaat doorgegeven aan de desbetreffende ingaande as van de transmissie.
Werking
Als er in de versnelling 1, 3, 5 of 7 moet worden gereden, dan bedient de mechatronic de grote gaffel. De koppeling K1 wordt hierdoor gesloten en het krachtverloop wordt doorgegeven aan de volle as. Terwijl in een oneven versnelling wordt gereden, schakelt de mechatronic de volgende hogere of lagere versnelling in. Deze ‘wacht’ op het sluiten van de koppeling K2. Als er wordt gereden in de versnellingen 2, 4, 6 of in de achteruit, dan komt de grote gaffel terug in positie en wordt bovendien de koppeling K1 geopend. Tegelijkertijd bedient de mechatronic de kleine gaffel. De koppeling K2 wordt gesloten en het koppel wordt overgedragen aan de holle as.